Frezen is een speciale verspanende bewerking net als draaien. Frezen wordt gedaan op een freesbank en draaien wordt gedaan op een draaibank.

Wij kennen twee methoden voor freeswerk: conventioneel freeswerk en CNC freeswerk.

Conventioneel Freeswerk

Conventioneel freeswerk is interessant voor enkele stuks tot kleine series. Je verkort namelijk de cyclustijd, omdat je geen programma’s hoeft in te stellen. Een ander woord voor conventioneel frezen is tegenlopend frezen. De voedingsrichting van het snijgereedschap is namelijk tegenovergesteld aan de draairichting.

CNC Freeswerk

CNC freeswerk staat voor computergestuurd freeswerk. Hierbij worden computers geprogrammeerd (ingesteld) om materiaal te verwijderen. CNC freeswerk is voordelig bij routinematige opdrachten of middelgrote tot grote series.

Frees Bewerkingen

Over het algemeen is frezen het meest geschikt als een secundair of afwerkingsproces voor een reeds bewerkt werkstuk, waarbij de kenmerken van het werkstuk, zoals gaten, gleuven en schroefdraad, worden gedefinieerd of geproduceerd. Het proces wordt echter ook gebruikt om een stuk materiaal van begin tot eind te vormen. In beide gevallen verwijdert het freesproces geleidelijk materiaal om de gewenste vorm en vorm van het werkstuk te verkrijgen.

Eerst snijdt het gereedschap kleine stukjes – d.w.z. spanen – van het werkstuk af om bij benadering de vorm en de vorm te verkrijgen. Daarna ondergaat het werkstuk het freesproces met een veel grotere nauwkeurigheid en precisie om het werkstuk af te werken met zijn exacte kenmerken en specificaties. Gewoonlijk zijn voor een voltooid werkstuk verscheidene bewerkingsgangen nodig om de gewenste precisie en toleranties te bereiken. Voor meer geometrisch complexe onderdelen kan het nodig zijn meerdere machines op te stellen om het fabricageproces te voltooien.